Jung
Bron: FILOSOFIE Magazine
'Alles wat ons in anderen irriteert,
kan ons iets doen begrijpen over onszelf'
Over Carl Gustav Jung
Mijn literatuurlijst: reeds gelezen
- Symboliek van de Mandala, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060695159
- Psychologie en praktijk, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060699713
- Archetype en onbewuste, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060699720
- Persoonlijkheid en overdracht, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060699737
- Mensbeeld en godsbeeld, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060699744
- Droom en individuatie, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060699751
- Verlossing in de alchemie, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060699768
- Libido in transformatie, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060699775
- De held en het moederarchetype, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060699782
- Mens en cultuur, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060699799
- Aantekeningen en registers, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060699805
- Antwoord op Job, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789056370992
- De schaduw en het licht, Carl Gustav Jung, Van Warven, ISBN: 9789493175303
- Maatschappij en individu, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060695388
- Synchroniciteit, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789056371005
- Het Rode Boek, Carl Gustav Jung, Van Warven, ISBN: 9789492421869
ΦΙΛHΜΩΝ: Boven alles moet je weten dat magie het negatief is van wat men kan weten. (p.356) - Psychologie en religie, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9056371789
Men zou de religieuze ervaring kunnen definiëren als die ervaring die gekenmerkt wordt door het feit dat men haar van alle ervaringen het hoogste waardeert onafhankelijk van haar inhoud. (pp.90-91) - Aldus sprak Zarathoestra Een boek voor iedereen en niemand, Friedrich Nietzsche, Van Warven, ISBN: 9789024457908.
In dit boek is de kluizenaar Zarathustra op zoek naar de "Übermensch" onder de mensen. 'God is dood' voor Nietzsche en ik vermoed dat hij de Übermensch als vervanger van god beschouwt. Deze titel vermeld ik hier omdat het thema aansluit bij Psychologie en religie alsook omdat Nietzsche een inspiratiebron voor Jung was.
Opmerking 1. De ondertitel "Een boek voor iedereen en niemand" getuigt van een messcherp inzicht en een zekere humor bij Nietzsche.
Een alternatieve ondertitel zoals "Een boek in de strijd tegen grauwe middelmaat én een appèl voor nieuwe Leegte" vind ik na lezing ook wel op z'n plaatst.
Opmerking 2. Het hier gebruikte iedereen en niemand vat ik op als een paradox, een ogenschijnlijke tegenstrijdigheid. Iets vergelijkbaars zie je bij Meister Eckehart: God is alles en niets. Hij is alles, omdat hij niets is vergeleken met het geschapene. Hij is niets in die zin dat hij alles is in een niet denkbare voltooibaarheid.
Zie p.84 uit "Meister Eckhart op zoek naar de goddelijke essentie", Aloïs M. Haas, Thomas Binotto, Synthese, ISBN: 9789062711192.
Mijn literatuurlijst: nog te lezen
- De scheppende mens, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789056371791
- Analytische psychologie, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789056370985
- Herinneringen Dromen Gedachten, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060698068
- De mens en zijn Symbolen, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789060698303
- Psychologische typen, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789056373535
- Westers bewustzijn, Oosters inzicht, Carl Gustav Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789056370978
- Animus en anima, Emma Jung, Lemniscaat, ISBN: 9789056372439
Mijn aantekeningen
Vooraf. Deze pagina is volop in ontwikkeling. Door de teksten regelmatig door te lezen, hoop ik omissies, schrijffouten en dergelijke te voorkomen.
Inleiding. Mijn beschrijvingen op deze pagina zijn een weerslag van wat ik heb opgepikt uit de boeken van Jung (zie de lijst hierboven) aangevuld met mijn eigen observaties en gedachten.
Jungs psychologie biedt mij de brug naar mijn interesse voor religie (godsbeeld & mensbeeld, symbolen, getallen, rituelen), kunst en taalkunde (onder andere 'zijn' en 'hebben'). Daarover later meer.
Rond de persoon Jung en zijn ideeën constateer ik soms heftige controverse. Er zijn uitgesproken tegenstanders én adepten. Tot deze beide polen kan en wil ik me niet rekenen.
Jung wil volgens mij de lezer ertoe aanzetten om een zoektocht in de eigen innerlijke psychische krochten uit te voeren. Dat is wellicht de moeilijkste individuele zoektocht in 't menselijke leven.
Je kunt je conformeren aan de dogma's van een kerkelijke stroming óf je volgt de 'religieuze' weg zoals Jung die volgt. Het Rode Boek getuigt daarvan. - Of ik het kan dat weet ik niet. - Jung brengt hier overigens een belangrijke nuance aan door te stellen dat dogma's niet perse verkeerd zijn. Een kerkelijk dogma kan juist troostrijk en helend zijn in een periode van een groot verlies.
Wat je ook van het ideeëngoed van Jung vindt, ik geef hem na dat hij telkens een zekere terughoudendheid betoont bij het behandelen van zijn materiaal. Jung geeft ook aan dat hij lang heeft getwijfeld om zijn ideeën over het 'onbewuste' publiekelijk te maken. Jung kan zichzelf heel goed relativeren door er even bij stil te staan dat een complex onderwerp soms iets te veel vraagt van de lezer. In zo'n geval vat ie het geheel in andere woorden samen.
Als ik terugkijk op wat ik inmiddels heb gelezen heb ik nooit het gevoel gekregen dat mij iets wordt opgedrongen in de trant van 'zo is het en niet anders'. Soms bak ik er niks van wat Jung zegt en dan is er weer een tekst die ik kraakhelder vind.
Bij de behandeling van het onbewuste maakt Jung duidelijk dat niemand weet hoe het er uitziet en dat dat waarschijnlijk nooit aan het licht zal komen. Het enige beeld dat hij aan het onbewuste verleent is het concept van de matrix (een soort van database). We kunnen volgens Jung stellen dat collectieve inhouden - zoals het concept van de cirkel dat wereldwijd wordt gebruikt - manifestaties zijn die voortkomen uit het onbewuste.
Jung is zich als geen ander bewust hoe immens complex de menselijke psyche is. In zijn zoektocht naar de essentie ervan is zijn terughoudendheid van belang. - Zo lees ik het in zijn betogen. - Hoe intenser je vat wilt krijgen op de materie, des te meer dreigt het onderzoeksmateriaal te wijken. We kennen het allemaal als je niet op een naam kunt komen. Door de vraag te laten voor wat die is komt het antwoord vaak vanzelf boven drijven.
Kloof overbrugd. Het bijzondere aan Jung is volgens mij dat hij een heel serieuze poging heeft ondernomen om de kloof tussen de 'moderne', 'bewuste' wereld waar wij sinds de 17e eeuw in leven, en de 'primitieve' wereld waar de impulsen van het onbewuste overheersten te overbruggen.
Als wij denken aan de koppesnellers van Nieuw Guinea, dan gruwen we terecht van het beeld dat een gedode vijand werd opgegeten. Dat diende wel een doel: door het eten van het vijands lichaam nam je als overwinnaar de krachten eruit mee. En werd je nog sterker. Dat ritueel vinden wij moderne mensen primitief.
Dit ritueel is in mijn ogen te vergelijken met 'ons' ritueel dat we bij de avondmaalsviering in de kerk brood en wijn nuttigen in herinnering aan Christus. Het brood staat voor het lichaam van Christus en de wijn voor diens (vergoten) bloed. Dit ritueel maakt het lijden van Christus als het ware tastbaar. Dit christelijk ritueel wordt weliswaar metaforisch uitgevoerd - je zou kunnen zeggen op een hoger plan - maar ik zie wel degelijk een analogie met de koppesnellers. 'Ons' kerkritueel zou ook wel eens bedoeld kunnen zijn om ons te sterken in het geloof.
Bewuste & onbewuste. De twee polen van de menselijke psyche zijn het 'bewuste' en het 'onbewuste'. Deze bipolariteit vind ik een mooi concept waaraan Jung het 'onderbewuste' heeft toegevoegd. Het is dat deel van de psyche waar je persoonlijke vergeten herinneringen liggen opgeslagen. Iedereen kent het wel dat door een gebeurtenis iets ouds (even) actueel wordt. Bij het lezen van een gedicht van Vasalis heb ik een keer de ervaring gehad dat voor een moment een oude gedachte boven kwam drijven die even snel weer verdween. Heel grappig eigenlijk.
Compensatorische functie. Deze functie is er ten behoeve van het psychisch evenwicht. Volgens Jung is het van belang dat je een evenwicht bewaart tussen je rationele kant, het denken en je irrationele kant. Wie te rationeel leeft, loopt kans dromen te krijgen die ruimte vragen voor je irrationele kant.
Het is de kunst om je je irrationele kanten bewust te worden, die te integreren in je bewuste kant. Dat biedt kans op groei (het individuatieproces). Jung geeft een prachtig voorbeeld van een vrouw die een hoge eigen dunk heeft van zichzelf, ze vindt zichzelf keurig en correct. Haar klacht is dat ze telkens droomt van 'vieze hoeren' en 'stinkende viswijven'. Het onbewuste had te weinig ruimte gekregen door de dominante bewuste kant en eist onwillekeurig zijn plek op, vandaar deze onheilsdromen.
Het compensatorisch principe zie ik tevens terug in Jungs verhandeling over Job in relatie tot Jahweh. Het 'godsbeeld' kan niet functioneren zonder het 'mensbeeld' en vice versa. Ik maak uit deze verhandeling op dat de getergde Job z'n geloof in god niet verliest ondanks de pesterijen van Satan, de zoon van Jahweh en de terechtwijzingen van mensen rond Job. Jahweh is dan nog een onbewuste god die langzaamaan van 'wispelturig' onbewust in 'menselijk' bewust verandert door een moderne bewuste mens.
Deze compensatorische verhouding zie je volgens mij ook terug in godsbeelden in onze tijd. Bevindelijk protestanten geloven in een oordelende god. Dit goddelijke oordelen is analoog aan hun oordelende houding jegens andere mensen. De predestinatieleer is hier niet los van te zien. Je bent voor een dubbeltje geboren dus je wordt nooit een kwartje.
Een persoonlijke ervaring. In mijn studietijd vertelde een jonge vrouw (ik noem haar hier Marit) mij over een schokkende ervaring. In haar omgeving had een jonge vrouw een einde aan haar leven gemaakt. Marit was van de kaart door deze ruwe confrontatie met een zelfgekozen dood. Ze was niet-religieus opgegroeid maar ervoer heel sterk iets ongrijpbaars. Marit zei ook iets in de trant van dat deze schokkende ervaring haar verstand te boven ging.
Dit verhaal kwam weer boven toen ik druk bezig was met Jungs 'compensatorische functie'. Uit Marits verhaal maakte ik toendertijd al blijkbaar iets op dat haar cognitie niet in staat was deze ervaring te bevatten en dat het onbewuste moest bijspringen ter compensering. Zo bleef Marit psychisch in evenwicht.
Archetypen. Ik zou de 'archetypen' van Jung willen beschrijven als een weerslag van inhouden uit het collectief menselijke geheugen. In ons collectieve geheugen liggen archetypische vormen (zoals de cirkel en de vierdeling: quaterniteit) en beelden (mythische dieren zoals de eenhoorn) opgeslagen die alle mensen ter wereld met elkaar verbinden.
Daarmee heeft Jung wellicht onbedoeld aangetoond dat alle mensen ter wereld gelijk zijn. Interessant in dit verband is dat Jung racisme werd verweten. Hij zou lelijke dingen hebben gezegd over het jodendom. Om hier zelf een zorgvuldig oordeel over te kunnen vellen zou ik de gewraakte passages heel precies moeten hebben gelezen/herlezen. Ik sluit overigens projectie niet helemaal uit bij deze beschuldigingen.
Maar nu even nog een archetypisch voorbeeld. De oude Grieken offerden aan de goden door een deel van een dier te verbranden. De bijbel verhaalt ook over dit ritueel. De rook zou de goden goedhumeuren. Wij kennen het verhaal van de indianen die de vredespijp rookten. In dat rustgevende ritueel komt ook rook vrij. In hoeverre is 'ons' roken en vapen daar niet een afgeleide van? Als ik op het 8 uur journaal vapende jongeren zie, zie ik een vorm van comtemplatie voorbijkomen, een naar binnen gerichte uitstraling temidden van een rookgordijn zoals ik die vroeger ook bij pijprokers zag.
Archetypes - Persona - Anima/animus - Schaduw - Het zelf - Persoonlijkheidstypen - Kleuren
Een bron: FILOSOFIE Magazine: Alles wat ons in anderen irriteert, kan ons iets doen begrijpen over onszelf.
Vader & moeder. De 'vader' en 'moeder' zijn voor mij aansprekende archetypische rollen die meerdere verschijningsvormen kennen. Zo heb je naast de 'vader' en 'moeder' de 'peetvader' en 'peetmoeder', de 'stiefvader' en 'stiefmoeder'. De laatste heeft in onze cultuur een niet al te beste naam.
Dat wij als moderne mens het concept van de heilige maagd Maria die onbevlekt heeft ontvangen afwijzen, zegt misschien eerder iets over ons. Maria is een geestelijke (en de goddelijke) variant van het archetype 'moeder' en voor haar gelden andere maatstaven volgens de uitspraak "Quod licet jovi, non licet bovi" = Wat Jupiter vermag is een os niet gegeven. Kortom, ieder wezen speelt een eigen specifieke rol.
Dan zou je als moderne mens nog steeds kunnen zeggen 'dit is lulkoek met dat onbevlekt ontvangen'. En daar zit nou net de crux. Ook ik ben een kind van mijn tijd, maar ik ben gaan beseffen dat er meer is dan het rationele denken zonder te vervallen in ongefundeerd bijgeloof zoals samenzweringstheorieën en buitenaardse wezens. Daar gruw ik van.
Het 'weten' en het 'zijn' (zie Philemon verderop) vertegenwoordigen verschillende werelden waar wij al eeuwen mee worstelen. Jung probeert ons aan het verstand te peuteren dat we niet meer voldoende oog hebben voor die ongrijpbare onbewuste inhouden zoals de goddelijke moeder en dat het zaak is om ons die verbinding tussen het rationele en niet-rationele in ons te erkennen cq. bij een neurose te herstellen. Die laatste stap laat ik graag aan de psychiater en psychotherapeut over.
Een bron: ARCHETYPEN De Analytische Psychologie van Carl Gustav Jung.
Pesso. Al Pesso, een Amerikaanse psychotherapeut, is de bedenker van de 'ideale vader' en 'ideale moeder'. Dit concept biedt aan de cliënt de mogelijkheid om zijn of haar blokkades, trauma's te verwerken. Naar analogie van de 'ideale vader' en 'ideale moeder' kan elk soort 'ideale rol' worden ingezet in een zogenaamde Structure.
In 1986 of daaromtrent heb ik Al Pesso meegemaakt bij een lezing van hem in Groningen. Ik herinner me Pesso als een niet al te lange man met vloeiende bewegingen tijdens het spreken. Erop terugkijkend was hij doorleefd en in totale balans.
Vermoeden: Ik ontkom niet aan de indruk dat Pesso beïnvloed is door het gedachtegoed van Jung.
Enkele bronnen: Albert Pesso en TRAUMASPOREN, '18 Gaten vullen: het doen van structures", pp.493-419, Bessel van der Kolk.
Synchroniciteit. Dit is een concept van Jung dat mij zeer aanspreekt. We kennen allemaal wel een coïncidentie zoals waarbij de toeschouwer getroffen/geroerd wordt door het roodborstje dat rondhipt rond de grafkuil waar net de kist van de overledene die dol was op roodborstjes, naar beneden zakt.
Van mensen hoor ik wel eens dat ze iemand ontmoeten en menen dat deze samenval geen toeval kan zijn, alsof de ontmoeting was voorbestemd. Dat neigt in mijn ogen naar een vorm van predestinatie.
Het mooie aan het leven is dat het wonderlijk en verrassend kan zijn, dat je iemand door toevallige coïncidentie ontmoet waaruit een klik voor het leven ontstaat.
Een bron: Wikipedia: Synchroniciteit.
Alchemisten. Jungs bestudering van de alchemie is misschien wel het meest bizarre en tegelijk een heel interessant thema. Het was een stroming die de oude onbewuste wereld vertegenwoordigde en psychologisch gezien onze 'primitieve' kant laat zien.
De alchemisten zijn te typeren als heel individualistische zoekers naar de waarheid. Het ontbrak de alchemisten in alle opzichten aan wetenschappelijke standaarden zoals die van de elementen in de scheikunde.
In Jung z'n analyse komt naar voren dat de alchemisten behept waren met onbewuste inhouden waarmee ze stoffen in de wereld betekenis wilden geven. Elke alchemist bediende zich van zijn eigen projecties op de werkelijkheid. Begrippen als de 'steen der wijzen' en het maken van goud via andere metalen waren hoofddoel. De kern van Jungs betoog is het principe van de projectie als onbewust mechanisme. Daar bleven de alchemisten in steken. De rationalisering van onze cultuur heeft de alchemie in de 18e eeuw doen verdwijnen.
Het enige wat de alchemisten hebben kunnen doorgeven aan de moderne chemie is dat menging van metalen een nieuw metaal (brons = legering van koper en tin) oplevert.
Opmerking 1. Ik ontkom niet aan de indruk dat de alchemistische denktrant nog steeds bestaat maar dan in de vorm van achterdochtige denkbeelden zoals de 'deep state', 'omvolking'. Projecties van innerlijke onrustgevoelens?
Opmerking 2. In taalkundig opzicht vermoed ik al tijden dat de grammaticale begrippen 'manlijk' / 'mänlich', 'vrouwelijk' / 'weiblich' en 'onzijdig' / 'sachlich' als typeaanduidingen voor zelfstandige naamwoorden hun oorsprong hebben in een projectie. Tot op heden heb ik geen bevredigende verklaring voor deze geslachtsindeling gevonden. Wat maakt 'het meisje' onzijdig, niet vrouwelijk, niet manlijk? Waarom is 'het huis' onzijdig? En waarom niet manlijk en/of vrouwelijk? Een huis heeft immers een schoorsteen en had vroeger een windoog (window), dus én/ofwel heel manlijk én/ofwel super vrouwelijk. Dit is puur 'hineinterpretieren' en daarom totale quatsch. Ik zou kiezen voor een zuiver taalkundige en neutrale beschrijving: 'huis' = een 'het'-woord. Zo vinden we verlossing uit de alchemie.
De indeling naar geslacht van substantiva is bovendien niet in steen gebeiteld. Talen als het Fins en Bahasa kennen deze grammaticale categorie "uberhaupt niet.
Een bron: Wikipedia: Alchemie.
Libido. Als ik Jung goed begrijp is 'libido' levensenergie die de meest uiteenlopende uitingen van verlangen representeert.
De zuigreflex van de baby is een basale uiting van libido, het bewegen van armen en beentjes en later het klappen in de handjes van een peuter is een vervolg hierop. De ruggegraat maakt onwillekeurig een voortdurende sinusbeweging: leven = libido. Tot de volwassenheid is bereikt en we 'stotend' door het leven gaan met nageslacht als bijproduct. In dat verband is het interessant dat het Engelse 'knock', ons 'neuken' en het Duitse 'necken' verwant zijn. Stoten en plagen liggen in hetzelfde semantische veld. Denk maar aan de plaagstoot.
Gemeenschappelijk kenmerk bij alle vormen van libido is ritme. Daarom zou ik muziek en dans ook rekenen tot de libido. Net zoals menselijke taal. Taal zie ik niet als communicatiemiddel, maar op de eerste plaats als expressie. Poëzie is daarvan het voorbeeld bij uitstek. Religie kent ook uitingen van ritme. Moslims buigen eerbiedig in ritmische bewegingen voor Allah, het gebruik van de wijkwast, het bidden van 'Onze vader' en het reciteren van heilige teksten door orthodoxe joden zijn andere voorbeelden van religieus ritme.
Een bron: GZ-PSYCHOLOGIE: Vak in Beeld | Carl Gustav Jung.
Dieren en hun symboliek. Jung beschrijft mythologische dieren zoals de eenhoorn, maar heeft ook aandacht voor de slang, enerzijds als sluwe verleider, anderzijds als genezer zoals je dat terugziet in de esculaap met de slang eromheen. Hier zie je de tegenstelling tussen 'goed' en 'kwaad' opdoemen.
Een bron: Wikipedia: Adam en Eva.
De raaf symboliseert de 'boodschapper van de dood'. Dat kun je als bijgeloof bestempelen. Maar kijk je naar de film The Birds van Alfred Hitchcock, dan bekruipt je onwillekeurig een onbehaaglijk gevoel door de dreigende vogels waaronder kraaien. De filmbeelden in zwart-wit in combinatie met de krassende vogelgeluiden en dreigende stiltes lijken het onbewuste te stimuleren.
Een bron: Wikipedia: The Birds (film).
Vraag. In hoeverre speelt ons onbewuste mee in de huidige discussie over de wolf? Het verhaal over het meisje dat in juli 2024 in de Treek bij Amersfoort werd gebeten door een wolf, brengt onrust. In NRC van 22 juli 2024 verwijzen Fokke en Sukke naar roodkapje als ze het over een meisje met een mandje in het natuurgebied bij Leusden hebben.
Goed & kwaad. Als ik terugdenk aan Antwoord op Job zijn me een paar interessante observaties van Jung bijgebleven. In dit verhaal is het Jahweh die via Satan de mens Job pijnigt. Job zelf mag niet vernietigd worden, is Jahwehs bevel. Satan verwoest alles van de rechtschapen Job. Maar deze blijft zichzelf en confronteert Jahweh met diens onvolkomenheden. Jahweh laat zich immers verleiden tot het kwaad door Satan. Jung stelt dat Jahweh er ook onder lijdt dat hij zich zo akelig gedraagt. Het zet Jahweh aan het denken.
Volgens mij is de essentie van het betoog dat het 'mensbeeld' en 'godsbeeld' met elkaar in verbinding staan. De 'oude' Jahweh representeert de 'onbewuste' mens die voortdurend bedreigd wordt door kwaadaardige impulsen uit het onbewuste. Job is hier de 'nieuwe' bewuste mens die een nieuw en voor ons bekend godsbeeld in gang zet.
Zie ook JOB. DE BIJBEL, pp.775-833, ISBN: 90-9018-016-8
Er zit een addertje onder het gras. God is meer en meer mensgelijk geworden waarbij het kwaad is afgescheiden van de hele god: Satan, zoon van god, is verbannen naar de aarde. De consequentie van deze ontwikkeling is dat de god van het 'goede' in onbalans geraakt als reflectie van ons eigen mensbeeld. Wij houden het kwaad 't liefst buiten ons zelf. Terwijl het volgens Jung de levensopdracht is om je eigen kwade kanten onder ogen te komen, je bewust te worden en die ervaringen tijdens het individuatieproces te integreren in je bewustzijn. De onvolkomen mens van nu is naar een godgelijke mens doorgeschoten door het bezit van kernwapens. Wij beschikken sinds augustus 1945 over krachten die vroeger louter aan de goden / de zon toebehoorden. Hier toont Jung een gedurfde en vooral scherpe, vooruitziende blik.
Enkele bronnen: God's dark side: A review of Jung's 'Answer to Job' en Over Goed en Kwaad in Etty Hillesum en Carl Gustav Jung.
Etty Hillesum. In de indringende biografie Etty Hillesum Het verhaal van haar leven door Judith Koelemeijer ontwaar ik Etty's niet aflatende strijd tegen het kwaad door zich - voor een buitenstaander wellicht tegen beter weten in - te blijven inzetten voor al die mensen die via kamp Westerbork de vernietiging van de Shoah tegemoet gingen. Ik interpreteer haar strijd als een totale inzet van al het goede in haar zelf tegen het kwaad. Haar handelen compenseerde het kwaad zou ik zeggen. Het werd haar ondergang maar ze kon niet anders dan hoe zij handelde, bewust maar deels wellicht ook onbewust.
Anima & animus. Jungs idee dat er in elke man het vrouwelijke, de 'anima' en in elke vrouw het manlijke, de 'animus' schuil gaat kan ik als redenering volgen. In ieder mens schuilen beide aspecten en dat is geheel conform het basisidee van Jung dat elke grootheid, verschijning een tegenhanger of (vergeestelijkte) voorstelling kent ('bewust' «=» 'onbewust', 'vader' «=» 'moeder', 'vader' «=» 'peetvader'), 'slang' «=» 'genezende esculaapslang'.
De anima in de man zou het resultaat van het ontwikkelde vrouwbeeld in zijn moeder zijn en de animus in de vrouw het resultaat van het ontwikkelde manbeeld in haar vader.
Die redenering vind ik al minder navolgbaar. Want kinderen die worden opgevoed door twee vrouwen of mannen, zouden dan volgens de ideeën van Jung een risico in de ontwikkeling van hun genderoriëntatie lopen. Ik heb een citaat van Jung in herinnering waar hij stelt dat homoseksualiteit onder andere het gevolg kan zijn van een onbalans tussen de anima en animus.
Het punt is dat moderne inzichten in genderoriëntatie anders zijn. In de eerste helft van de zwangerschap worden de biologische geslachtskenmerken van de foetus gevormd, in de tweede helft de seksuele oriëntatie die voor de rest van het leven vastligt. Zo heb ik het gelezen in Wij zijn ons brein van Dick Swaab.
Je kunt in ieder geval stellen dat de bevindingen uit modern hersenonderzoek zoals van Swaab in Jungs periode niet produceerbaar waren. Swaabs idee dat 'wie we zijn' geheel door de biologie van de hersenen wordt bepaald, vind ik erg eenzijdig. Tegelijkertijd kan ik me ook niet geheel vinden in Jungs ideeën rond gender. Mij spreekt het idee aan dat meerdere onderzoeksgebieden - biologie én psychologie - elkaar kunnen aanvullen tot een genuanceerder geheel rond dit complexe thema.
Een bron: Wikipedia: Anima (Jung).
Taboe en strategie. Jung schrijft verhelderend over het incesttaboe dat in diverse culturen bestaat. Hij behandelt incest niet naar morele maatstaven zoals we die ook heden ten dage - en terecht - in stand houden, maar psychologisch. Mensen voelen diep van binnen dat incest een gevaar is. Incest blokkeert de libido-ontwikkeling naar volwassenheid, sterker nog, incest leidt tot een regressie naar de moederschoot.
Jung geeft een prachtig voorbeeld hoe een aboriginal-stam een strategie inzet(te) om de stamleden weg te leiden van incest door hen in een ritueel hun speer in een diepe kuil in de grond te laten steken.
... ...
Een bron: PSYCHOLOGY OF THE UNCONSCIOUS, THE.
Philemon. Jung voert in Het Rode Boek een gesprek met de magiër Philemon (p.353 en verder) om erachter te komen wat magie is. Philemon zet Jung op zijn nummer: "Boven alles moet je weten dat magie het negatief is van wat men kan weten." (p.356). Jung komt na dit bezoek tot de volgende conclusie: "Magie is datgene wat niet beredeneerbaar is, dat wat men niet kan begrijpen." (p.358).
Hier zie ik het contrast opdoemen tussen 'onze' wereld die alles wil begrijpen en een verdwenen 'oude' wereld van het ZIJN. De zijnsvisie zie je terug in de wijsheden van India waarvandaan wij onder andere de yoga hebben overgenomen.
Ik heb de indruk dat het gesprek met Philemon een essentie raakt waar Jung voortdurend naar verwijst: de psychische balans tussen het bewuste en onbewuste, cq. hier 'willen weten', 'kennis vergaren', 'begrijpen' tegenover 'zijn', 'wat op je pad komt', 'wat je overkomt'.
Hebben en zijn. In mijn taalkundige leven van meer dan 30 jaar geleden heb ik mij verdiept in 'hebben' en 'zijn'. In het Nederlands en andere verwante talen wordt de bezitsfunctie met 'hebben' uitgedrukt: Ik heb een boek, Ich habe ein Buch, Jái un livre, I have a book. Het Russisch en het Fins drukken bezit uit met 'zijn': U menja est' kniga, Minulla on kirja waarbij de bezitter geen 'ik' is maar een 'mij' in een bepaling van ruimte: 'bij mij is' cq. 'op mij is'.
Sporen van die zijnsrelatie zie je terug in Mir ist übel waar degeen die de ervaring ondergaat geen 'ik' is zoals in het Nederlandse Ik ben misselijk.
Over dit thema in taalkundig historisch perspectief heb ik toen het nodige gelezen. Het is een thema wat jaren slapend is geweest en door Jung bij mij weer is wakker geschud.
Onze vorm hebben is weliswaar statisch maar in het Engels kun je naast I have a book ook I got a book zeggen. Dit suggereert dat je iets hebt door het te pakken. Wij zeggen ik begrijp, dat is kennis bij zijn kladden grijpen. De 'ik' is een actieve actor die in onze cultuur dominant is geworden en de 'mij' die iets overkomt weg heeft gedrukt. Maar ik heb niet het recht, het is niet aan mij om te zeggen dat dit verhaal de absolute waarheid is.
Een bron: Carl Gustav Jung: Het rode boek (boekbespreking).
Getallen en hun symbolische betekenis. ...
... ...
Een bron: ....
Kleuren en hun symbolische betekenis. ...
... ...
Een bron: ....
Extra informatie
Youtube: Carl Jung Red Book Series - Lecture 1 "The Way Of What Is To Come"